Het huurrecht kent niet alleen bescherming toe aan huurders van woonruimte, maar in sommige situaties ook aan derden. De positie van echtgenoten of geregistreerde partners is wettelijk vastgelegd, maar ook andere personen die met de huurder samenwonen kunnen op bepaalde voorwaarden wettelijk medehuurder worden. En bij overlijden van de huurder gelden weer andere bijzondere regels. In sommige situaties kunnen zelfs (klein)kinderen aanspraak maken op voortzetting van de huurovereenkomst.
Ook de onderhuurder heeft een positie in de wet waar je als verhuurder in een aantal gevallen rekening mee moet houden. Een verhuurder wordt ook wel eens geconfronteerd met een andere persoon op grond van een verzoek tot woningruil of indeplaatsstelling via de rechter. Daarnaast kan de woning ook bewoond worden door iemand die geen eigen recht heeft om in de woning te wonen, zoals een kraker.
In deze cursus komen onderwerpen als wettelijke medehuurderschap, voortzetting van de huur na overlijden, de duurzaam gemeenschappelijke huishouding, bescherming van de onderhuurder van zelfstandige woonruimte, de woningruiler en de positie van de kraker aan de orde.
De cursus geeft u inzicht hoe om te gaan met personen die (nog) geen eigen huurovereenkomst met u als verhuurder hebben. Welke stappen moeten worden ondernomen, (hoe) kunnen wij een verzoek tot medehuurderschap weigeren, welke termijnen moeten in acht worden genomen, kunnen wij woningruil weigeren, wat te doen met iemand die onrechtmatig de woning bewoont en hoe kan een en ander ook praktisch worden vorm gegeven? En uiteraard zal er aandacht worden besteed aan (recente) jurisprudentie.