Alle artikelen
Nieuws, inspiratie, handige tips en klantverhalen.
Vakgebieden
Artikelen
-
Woning APK komt de verplichting eraan met de NEN 8025
Al tientallen jaren wordt, analoog aan de verplichte keuring van auto’s, gesproken over een algemene periodieke keuring voor woningen. Voor de veiligheid van woninginstallaties werd in 2005 door een groep stakeholders de Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8025 ontwikkeld en geïntroduceerd als ‘Woning-APK’. Een belangrijk doel was om eenduidigheid te krijgen in het gebruik van deze term. Woning APK werd immers gebruikt voor (gedeeltelijke) installatie keuringen, maar ook voor controle op de staat van schilderwerk. Deze NTA wordt momenteel geactualiseerd en tot een nationale NEN-norm NEN 8025 omgevormd. Steeds meer woningen met installatietechnische gebreken… Zowel specifiek onderzoek als de ervaring in de praktijk wijst uit dat een steeds groter deel van de bestaande woningvoorraad in ons land installatietechnische gebreken vertoont. Volgens Brandweer.nl overlijden jaarlijks 35 mensen door brand in een woning. Daarnaast melden zich jaarlijks 620 mensen bij het ziekenhuis met letsel door een woningbrand. Eén van de belangrijkste oorzaken van de woningbranden is onvoorzichtig gebruik van elektrische apparatuur. Nog wat getallen Kiwa meldt dat 53% van de ongelukken met elektriciteit thuis plaatsvindt bij de meterkast of wasdroger. En bij 24% van de ongelukken met elektriciteit thuis vallen slachtoffers. Zij overlijden of hebben rookvergiftiging of brandwonden. Ongevallen met koolmonoxide niet alleen maar bij oude ketels! Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar koolmonoxideongevallen blijkt dat 46% van de ongevallen gebeurt met een cv-installatie; het merendeel modern en goed onderhouden. Dit wijkt af van het beeld dat vooral oude geisers of slecht onderhouden toestellen te veel koolmonoxide zouden produceren. Tot nu toe wordt aangenomen dat jaarlijks ten minste vijf à tien dodelijke slachtoffers vallen door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide en enkele honderden gewonden. Naar inschatting van de Raad is de omvang van het probleem met koolmonoxide drie tot vijf keer zo groot. De symptomen van koolmonoxidevergiftiging worden echter vaak niet herkend zodat een juiste diagnose uitblijft. Ook de Nederlandse ziekenhuizen melden dat jaarlijks bijna 150 mensen in het ziekenhuis worden behandeld vanwege koolmonoxidevergiftiging. Waar tot eind jaren ‘90 op mutatiemomenten de installaties gekeurd werden door het energiebedrijf, ligt die verantwoordelijkheid nu bij de eigenaar van de woning. Met wisselende taakopvatting, waardoor onderhoudsachterstand meer regel dan uitzondering is geworden. Dat vooralsnog geen rampen te betreuren zijn is daarom niet te danken aan de uitstekende staat van de installaties. Al jaren wordt daarom aan de politiek gevraagd om een Woning APK verplicht te stellen. NTA 8025 inzetten vanuit de zorgplicht De NTA 8025 wordt door diverse woningcorporaties inmiddels ingezet om aan de zorgplicht vanuit het Bouwbesluit 2012 art. 1.16 tegemoet te komen. De NTA80 is inmiddels omgezet naar de norm NEN8025. Het draagvlak voor zo’n verplichting is, begrijpelijk, nogal wisselend. Onder huurders is het draagvlak veel groter dan onder eigenaren van woningen, wat wellicht door de kosten te verklaren is. Daarnaast is de voortgaande roep om deregulering geen steun voor een nieuwe verplichtende regeling. De uitdaging is om het evenwicht te vinden tussen de opbrengst van een keuring in veiligheidstermen en de kosten in termen van financiën, inspanningen en administratie. NTA 8025 wordt NEN 8025 Los van de vraag of de keuring ooit verplicht gaat worden is de NTA 8025 hard aan herziening toe vanwege de technologische ontwikkelingen rond zonnepanelen, laadpalen, warmtepompen, e.d. Ook daarom is de omvorming naar de NEN 8025 een welkome ontwikkeling. Het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) heeft in augustus 2018 de NEN 8025 gepubliceerd. Verdiepen of invulling geven aan uw zorgplicht? Tijdens de cursus “Woning APK: Toepassing van de NEN8025″ wordt u bijgepraat over geldende normen in bestaande bouw, wat het bouwbesluit zegt over mutaties aan technische installaties. En er is volop ruimte om uw eigen praktijksituaties voor te leggen. Na de cursus weet u wat de NEN 8025 voor u zou kunnen betekenen in het voldoen aan uw zorgplicht overeenkomstig het bouwbesluit. Ron de Rovertrainer Kjenning
Lees meer11 mei 2018 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Aedes en bonden eens over CAO Woondiensten 2017-2018
Aedes en bonden eens over CAO Woondiensten 2017-2018 Aedes, FNV Bouwen & Wonen, CNV Vakmensen en De Unie bereikten dit resultaat op dinsdag 24 april 2018, na een lang en intensief traject en stakingsacties. Hierbij de hoogtepunten van het onderhandelingsresultaat Duur CAO Tweejarige CAO Woondiensten van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018. Salaris en lonen Loonsverhoging Per 1 augustus 2018 structurele loonsverhoging van 3 procent. Eenmalige uitkering van 1,5 procent in juni 2018. De salarisschalen C t/m H en O krijgen een lager maximum. Dit nieuwe maximum gaat gelden voor nieuwe medewerkers in de branche. Harmonisering: Medewerkers waarvan huidige salaris op of boven dit nieuwe maximum ligt, ontvangen vanaf 2019 tot en met maximaal 2025, hun structurele loonsverhoging verminderd met een zogenaamd ‘aanpassingsbedrag’. Aan de onderkant van het loongebouw worden vier nieuwe treden toegevoegd. Scholing en ontwikkeling Een leven lang leren maakt voortaan een vast onderdeel uit van de functionerings- en beoordelingscyclus. Verwacht wordt van medewerkers dat zij een opleidingsplan opstellen. Kopen extra roostervrije uren vanuit individueel loopbaanontwikkelingsbudget voor medewerkers van 55 jaar en ouder wordt per 1 januari 2019 buiten werking gesteld. Invoering generatiepact Per 1 januari 2019 introduceren CAO-partijen een generatiepact. Medewerkers van 63 jaar en ouder krijgen de mogelijkheid om minder te gaan werken met behoud van volledige pensioenopbouw. Het generatiepact heeft een looptijd van drie jaar. Corporaties zijn verplicht om de vrijgekomen formatie op brancheniveau te herbezetten met medewerkers van 35 jaar of jonger. Moderne arbeidsvoorwaarden CAO-partijen spraken af dat met ingang van 1 augustus 2018: Corporatiemedewerkers één dag betaald verlof krijgen als ze gaan trouwen of als ze zich laten registreren als partner. Vaders het recht krijgen op vijf dagen betaald verlof bij de geboorte van hun kind. Werkgevers het werkgeversdeel van de pensioenpremie betalen gedurende het ouderschapsverlof van corporatiemedewerkers. Corporatiemedewerkers bij kortdurend zorgverlof 85 procent van hun brutoloon ontvangen. De tekst van het onderhandelingsresultaat en een toelichting daarop worden binnenkort op www.Aedes.nl gepubliceerd. Hierin leest u meer over de verdere afspraken. Hoe gaat het nu verder? CAO-partijen leggen het onderhandelingsresultaat voor aan hun eigen achterban. Aedes organiseert hiervoor een ledenraadpleging waarin zij haar leden informeert over de inhoud van de CAO en vraagt naar hun mening over het behaalde resultaat. Ook de Bestuursadviescommissie Arbeidsvoorwaarden Woningcorporaties (BAC) bespreekt het onderhandelingsresultaat en adviseert het Aedes-bestuur hierover. Het Aedes-bestuur bepaalt uiteindelijk of ze akkoord gaat met het resultaat waarbij het advies van de BAC en de reacties van de leden betrekken.
Lees meer25 april 2018 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Het einde van functies! Zet via rollen in op individuele talenten.
Corporaties krijgen met steeds meer dynamiek te maken. Nieuwe wetgeving, veranderende politieke context, nieuwe technologische ontwikkelingen en veranderende maatschappelijke eisen en verwachtingen. De snelle ontwikkelingen en voortdurende veranderingen vragen om flexibiliteit en beweeglijke organisaties. Een traditioneel functiehuis waarin gedetailleerd staat beschreven wat er van medewerkers wordt verwacht, binnen welke kaders zij zich mogen bewegen en waar hun verantwoordelijkhedenheden en bevoegdheden liggen, past niet bij deze meer dynamische en complexe omgeving. Door medewerkers meer vanuit hun eigen talenten via rollen in te zetten op hun talenten zorgt voor flexibiliteit, professionaliteit, meer werkgeluk en een hogere efficiëntie. Een woonconsulent die vanuit haar talent erg goed om kan gaan met lastige of verwarde huurders, maar minder getalenteerd is in administratieve taken wordt dan binnen de organisatie met name ingezet op lastig klantencontact. Het administratief vastleggen van de gesprekken laat ze na een telefonische overdracht over aan een collega over die daar getalenteerd in is en energie van krijgt. Zo werken beide medewerkers vanuit hun kracht. Functiehuis biedt houvast Vanuit de cao Woondiensten en de daarin vastgelegde beoordelingsystematiek CATS is het volledig afschaffen van het functiehuis nu (nog) niet reëel. En terwijl we soms praten over een minimale cao wordt meestal op detailniveau van alles vastgelegd in diezelfde cao. Hiernaast biedt een functiehuis ook vanuit HR perspectief, zoals werving en selectie, strategische personeelsplanning of competentiegerichte ontwikkeling nog veel houvast. Én structuur én ruimte voor rollen en talenten? Door in de praktijk te kiezen voor een tussenoplossing met een compact functiehuis voor waardering en de positie in de organisatie met daarnaast een rollenraamwerk voor de inzet van menselijk talent op operationele vraagstukken kunnen rollen en functies elkaar prima aanvullen. Waar het functiehuis dan structuur biedt en inzicht geeft, biedt het rollenraamwerkruimte voor flexibele inzet van medewerker op talenten, een grotere professionaliteit en ontwikkeling van medewerkers op hun kwaliteiten. Bij verschillende corporaties zijn we bezig met onder andere talentassessment, waarmee mensen ook meer inzicht krijgen in hun eigen talent en hoe ze die beter kunnen inzetten voor henzelf en de corporatie. Wilt u meer weten over talentenscans? Of een gesprek over hoe u een compact functiehuis met een rollenraamwerk kunt inrichten, en medewerkers kunt inzetten op hun talenten? Neem dan contact met ons op. Johan SinnemaKjenning
Lees meer21 maart 2018 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
dilemma Integriteit van papier naar de praktijk
Jens Smit werkt als medewerker dagelijks onderhoud bij woningcorporatie Samen Wonen. Samen Wonen heeft sinds een half jaar, na een aanbesteding met diverse aannemers, via een contract het dagelijks onderhoud uitbesteed aan een plaatselijke aannemer Stenders. Na lang wikken en wegen heeft Jens besloten bij zijn eigen woning een serre aan te bouwen. Jens wil hiervoor drie offertes opvragen. Onder andere bij Stenders. Want vanuit zijn werk weet hij dat bij Stenders de kwaliteit en de prijs goed is. Maar Jens twijfelt echter ook of het verstandig is om Stenders te vragen. Hij zelf kan zijn rollen privé en werk goed scheiden maar geldt dat ook voor de aannemer? En hoe zouden anderen reageren? Jens wil professioneel handelen en wil voorkomen dat mensen zouden denken dat er sprake is van handje klap. Daarnaast heeft Samen Wonen een gedragscode die voorschrijft dat medewerkers er alert op moeten zijn, dat hun professionele rol niet vermengd wordt met een klantrol. Dat betekent dat goederen of diensten alleen tegen markt conforme prijzen en normale voorwaarden afgenomen mogen worden bij een bedrijf waarmee de corporatie ook zaken doet. Jens wil dat naleven dus als hij zich daar aan houdt dat zou het ook geen probleem moeten zijn. En hij wil gewoon een goede aannemer die kwaliteit levert voor een goede prijs. Toch blijft hij twijfelen… De verschillende kanten Het blijkt dat Jens zijn werk serieus neemt en zich ook goed bewust is van zijn rol en positie hierin. Hij kent de gedragscode goed en toch vind hij het lastig om een keuze te maken of hij Stenders kan vragen een offerte uit te brengen of niet. Hij weet hoe hij erin zit, maar hoe ziet een ander dat dan? Jens weet dat hij integer en zorgvuldig handelt. En hij maakt altijd duidelijke afspraken met aannemers. Een kop koffie is geen probleem als er iets te vieren valt met een aannemer, maar een hapje eten of een uitnodiging voor een evenement wijst hij altijd af. Dat is zijn principe. Hij vindt het ook niet meer van deze tijd. Vroeger was het misschien normaal maar er is vandaag de dag wel het een en ander veranderd en terecht ook. Maar tegelijk wil Jens ook gewoon een goede aanbouw en een prachtige serre, met een marktconforme prijs, zonder kortingen maar natuurlijk wil hij ook niet te veel betalen. Dat kan wat hem betreft alleen met een kwalitatief goede bouwer die ook zijn werk serieus neemt, zoals Stenders. De gedragscode is duidelijk. Hij mag de aannemer vragen een offerte uit te brengen mits deze marktconform is en waarbij de gebruikelijke voorwaarden gehanteerd worden. Toch voelt het voor Jens niet goed. Hij vindt het lastig hoe anderen hier naar kijken. Jens is professioneel en zo staat hij ook bekend. Hij wil absoluut niet de indruk wekken dat hij zijn contacten gebruikt voor een persoonlijk voordeel. Hij weet ook zelf wel dat hij dat niet doet, maar sommige mensen doen snel een verkeerde aanname en dan is een gerucht in no time verspreid. Dat zou zijn reputatie onterecht schaden. Dat maakt hem voorzichtig. Omgaan met dilemma’s, niet altijd even makkelijk… Misschien is het voor u als lezer heel duidelijk wat Jens te doen staat. Maar voor hem is dat nog niet het geval. Zo gaat het vaak ook in de praktijk. Vanuit de zijlijn is zo’n dilemma ook altijd makkelijker te beoordelen. Voor de een is zo’n dilemma gesneden koek terwijl een ander meer informatie of tijd nodig heeft. Wat belangrijk is bij dilemma’s in het kader van integriteit, is dat er ruimte is om met elkaar in gesprek te gaan. Een gesprek met een collega of zijn leidinggevende zou Jens kunnen helpen om een keuze te maken. Een keuze die voor hem goed voelt. Hij weet wat de regels zijn maar zijn gevoel maakt dat hij aarzelt. Bij het opstellen en toepassen van een gedragscode integriteit is het essentieel om aandacht te besteden aan het bespreekbaar maken van dilemma’s. Medewerkers moeten zich vrij voelen om hun dilemma’s aan te kaarten omdat dit integer handelen stimuleert. Uiteraard is het belangrijk om een duidelijke gedragscode te hebben maar soms is er meer nodig dan een duidelijke tekst. Want de tekst zegt meestal niets over het gevoel bij dilemma’s. Aan de slag met dilemma’s? Bij verschillende corporaties begeleiden we sessies rondom integriteit. Soms is dat een training Integriteit in de praktijk, maar veel vaker is het maatwerk om aan te sluiten bij de eigen situatie. Met bijvoorbeeld groepsgesprekken over integriteit. Om de papieren gedragscode levend te krijgen. Met elkaar te sparren over dilemma’s, met elkaar grenzen verkennen en ontdekken waarom het voor de ene persoon klip en klaar is terwijl de “Jensen’s” in deze wereld vastlopen in hun vraag. De sessies zijn leuk, leerzaam en geven handen en voeten aan het papieren protocol. Zodat het voor ieder helder wordt waar grenzen liggen en hoe je bij grote of kleine dilemma’s kunt handelen. Marjon Mazereeuw en Johan SinnemaKjenning
Lees meer21 maart 2018 -
Management
Jan Drenth kracht van platforms goede onderwerpen en verdieping
Jan Drenth, directeur Onderhoud bij Nijestee, zit vanaf 2006 in het platform Portefeuille & Vastgoedmanagement van Kjenning. Om kennis te halen en te brengen. Interactief, want in een zaaltje zitten en alleen maar luisteren is er niet bij. “Je moet er zelf ook energie in steken.” Niet alleen maar luisteren dus “Nee, zeker niet. Dat is voor mij ook de toegevoegde waarde van in dit platform zitten. Niet alleen maar consumeren. Als dat zo zou zijn, was ik al afgehaakt. Ik vind ook dat je het verplicht bent om je kennis te verrijken en te delen. Zo ben je van toegevoegde waarde voor de organisatie en dus voor de huurders.” Zijn de thema’s inspirerend? “Altijd. De onderwerpen voor dit platform worden aangedragen door de deelnemers. Wat houdt ons bezig, waar hebben we mee te maken in de dagelijkse praktijk? Deze opzet zorgt ervoor dat je ook kunt aanhaken bij de actualiteit. Dat is prettig, want er gebeurt veel in corporatieland. Dat meebepalen op inhoud is de kracht van de verschillende platformen die er zijn, dus ook van dit platform dat altijd goed wordt bezocht.” Onderwerp ‘gepinpoint’. Maar dan? “Het komt altijd aan op een goede inhoudelijke uitwerking van de aangedragen thema’s. Daar zorgt Kjenning voor, want dat is echt een vak apart. Zij hebben daarvoor de inhoudelijke expertise en zorgen onder meer voor inspirerende sprekers die hun kijk op een vraagstuk met ons delen, en voor de opbouw van het programma. Er zijn altijd meerdere sprekers per bijeenkomst. Ons platform komt twee keer per jaar twee aansluitende dagen bij elkaar, inclusief overnachting. Die praktische kant regelt Kjenning ook.” En jullie hebben het over… “Een thema is bijvoorbeeld financieringsvormen voor corporaties. Dan komt onder andere aan bod hoe je vreemd vermogen aantrekt, hoe je in projecten omgaat met de financiën, hoe je aansluiting kunt vinden met de financiële afdeling van de organisatie. Op die manier krijg je als techneut meer inzicht in hoe het werkt en dat is waardevol.” Nog meer? “Het onderwerp marktdata en inzicht in bewoners was de afgelopen keer een thema. Wat is de toekomstige behoefte, hoe realiseer je dat? Hoe beheer je de vastgoedpoot optimaal en beheers je de kosten? Dan komen andere bouwtechnieken aan bod tijdens de platformbijeenkomst. Denk aan modulair bouwen, dan worden in de fabriek modules gebouwd die op locatie in elkaar worden gezet. Interessant onderwerp voor ons want bij Nijestee verhuren we nu 13.000 woningen, maar in 2020 zijn er 14.000 woningen nodig.” Is het hard werken op die dagen? “Het is absoluut niet vrijblijvend, het is niet alleen maar luisteren en tot je nemen. Regelmatig moeten we tijdens een sessie aan de bak om deelonderwerpen in kleine groepjes uit te werken. Aan het eind van een dagdeel is er discussie en diepen we samen de voor- en nadelen uit van een onderwerp. En soms heb je op voorhand ‘huiswerk’ om goed voorbereid te kunnen deelnemen. Overigens starten wij de eerste dag voordat het programma begint altijd met een collegiale intervisie: wat houdt iedereen op dat moment zakelijk bezig? Dan kan het zo zijn dat daar een thema uitrolt voor later op de dag of voor een volgende keer. Zo actueel is het soms.” Over de platforms Kjenning faciliteert ruim 25 platforms. Inspirerende netwerken voor professionals waarbij ontwikkelen uiteraard centraal staat. Kennis opdoen, delen en overbrengen. Voor sommige functies zijn inmiddels al meerdere groepen. Met en van elkaar leren van de ervaringen van uw vakcollega’s in een persoonlijke én professionele setting, dat is hét doel in de Kjenning platforms! Door het continu “halen en brengen” ontstaat een hecht, professioneel én persoonlijk netwerk. 1 + 1 wordt 3! Platforms in soorten en maten Programma’s worden altijd samen bepaald. Elk platform kent zijn eigen dynamiek en doelstelling. Van uitvoerder tot manager, van inkoper tot VvE beheerder. Van woonconsultent tot directeur-bestuurder. Rond vastgoed, financiën, woondiensten en meer. Vrijblijvend kennismaken? En? Komt u eens vrijblijvend snuffelen? Neem dan de proef op de som en kom voor het laagdrempelig introductietarief een keer kijken en proeven of uw platform u ook verder helpt in uw ontwikkeling en inspiratie. En aan een functioneel én gezellig netwerk!
Lees meer15 maart 2018 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Kijkt u al uit naar uw volgende bewonersbijeenkomst?
Ik zit in een grote kantine in een school in Amsterdam Noord. Mijn collega geeft een presentatie aan een groep van 95 bewoners. Ik ben aanwezig om haar van feedback te voorzien op haar presentatievaardigheden. Ik ben onder de indruk. Ze staat haar mannetje. Of letterlijk, ze gaat met regelmaat zitten luisteren. Op het podium staat een stoel. Er is een externe dagvoorzitter en als een bewoner het woord krijgt gaat mijn collega zitten luisteren. Ze knikt, vraagt door en weet de vragen van de bewoners helder en duidelijk samen te vatten. Opgelucht én boos tegelijk Wat me opvalt is dat de meeste bewoners opgelucht én boos tegelijk zijn. Enerzijds zijn ze blij met de duidelijkheid die mijn collega komt brengen. Anderzijds zijn ze boos over de tijd die het de corporatie gekost heeft om dit besluit te nemen en ze zijn bezorgd over de onzekere toekomst die ze ingaan. De bijeenkomst zet me aan het denken. Het voorbereiden van een bewonersbijeenkomst is een vak apart! Of het nu gaat om je lichaamshouding, het omgaan met weerstand, het samenvatten van de vragen of het duidelijk brengen van je boodschap. Er komen bij zo’n avond een hoop vaardigheden kijken. Hoe vaak neem jij de tijd om, behalve de inhoud die je over de bühne wilt brengen, ook stil te staan bij de vaardigheden die je nodig hebt om bewonersbijeenkomsten in goede banen te leiden? Van renovatie en onderhoud wordt niemand enthousiast Binnen de corporatiesector neemt het aantal medewerkers dat te maken heeft met een renovatie- of onderhoudsproject toe. Er is bijvoorbeeld ook een forse klus te verrichten rondom de verduurzaming. Als communicatietrainer en adviseur ben ik soms betrokken bij de voorbereidende werkzaamheden voor bewonersbijeenkomsten. Bij iedere bijeenkomst is er een ding gegarandeerd: Je krijgt te maken met weerstand. En dat is logisch want van renovatie en onderhoud wordt ook niemand enthousiast. Het is altijd gedoe, geeft rommel en de rust bij je eigen “thuis” is er tijdens het “gedoe” even niet meer . Hoe goed je je ook voorbereidt op een bewonersbijeenkomst, er is altijd wel een of meerdere bewoners die weerstand hebben tegen het voorstel, de tijdsplanning of de geboden vergoedingen ter discussie stellen. Hoe ga je nu effectief met die weerstand om? Presenteren en in de spotlight staan Eigenlijk wordt niemand enthousiast van de situatie. Een grote groep bewoners in een zaal die allemaal naar jou kijken en luisteren. En dan ben je super goed voorbereid maar de weerstand en kritiek voert vaak de boventoon. Vooraf verzin je misschien wel 100 scenario’s over alles wat gevraagd kan worden en wat mis kan gaan. In de praktijk gebeuren al die dingen die je vooraf verzonnen hebt niet en wordt je toch verrast met vragen of een sfeer die je niet bedacht had. Wil je voorbereid zijn op het onverwachte én leren vertrouwen op je eigen presentatievaardigheden bij bewonersbijeenkomsten? Kom dan oefenen met collega’s die regelmatig net als jij voor deze uitdaging staan in de training Bewonersbijeenkomsten. Film & feedback “Verwacht je dan écht dat ik mezelf opneem?” Een veel gestelde vraag op de eerste trainingsdag. En eerlijk is eerlijk, bijna niemand zit erop te wachten om met een statief aan de slag te moeten en zichzelf terug te zien. Natuurlijk ben je superkritisch op wat je aan hebt, hoe je klinkt en wat je doet… Ik beloof je. Dat filmpje: dat valt altijd mee! Want hoe fijn is het dat je tijdens de training Bewonersbijeenkomsten al effectief aan de slag kan met het voorbereiden van een bewonersavond, presentatie voor een participatiebijeenkomst of met de weerstand die je verwacht na je presentatie. Dus doe jezelf een plezier en ga met meer power, fun en resultaat die bijeenkomsten aan. Na de training Bewonersbijeenkomsten lukt dat zeker! Tot snel? Michel MaarleveldTrainer Kjenning
Lees meer20 januari 2018 -
Financiën
OM vergoedt schade aan verhuurder na politie-inval
Klopt het dat de Hoge Raad onlangs besliste dat de Staat schade aan het gehuurde, als gevolg van een politie-inval bij een huurder, aan de verhuurder moet vergoeden? Kan ik mijn factuurtje naar het OM sturen? Antwoord: Ja, dat klopt. De eigenaar van een verhuurde bedrijfsruimte in Rotterdam vorderde van de Staat vergoeding van € 6.537,60 schade. Die schade was ontstaan tijdens een opsporingsonderzoek: binnen zonder bellen, zeg maar. Goeie actie, want men trof 325 kilogram heroïne aan! Maar ja, die schade… “Eigen schuld, dikke bult!”, meende de Staat, die de claim afwees. Moet je maar geen verhuurder worden. De onberispelijke eigenaar/verhuurder had bij deze verhuring zijn zorgplicht in elk opzicht in acht genomen, hem viel niets te verwijten. “Bovendien is dit geen normaal bedrijfsrisico!”, meende de verhuurder. Kan de vergoedingsplicht van de Staat op grond van artikel 6:101 BW worden verminderd? Kan schade, toegebracht aan een zaak die een derde in zijn macht heeft, schade die op grond van artikel 6:101 lid 2 BW aan die derde (huurder) toegerekend kan worden, ook worden toegerekend aan de eigenaar van die zaak (verhuurder)? De Hoge Raad oordeelde dat de Staat in beginsel schade moet vergoeden die bij rechtmatig strafvorderlijk optreden is veroorzaakt aan zaken van een ander dan de verdachte. Die schade behoort niet tot het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico van een verhuurder. De toerekeningsregel van art. 6:101 lid 2 BW moet dan buiten toepassing blijven! ’t Ging niet om actie op basis van openbare orde, of een foutje (‘boem’ in verkeerde woning). We hebben het ook niet over zaakwaarneming (hulpverlening) ten behoeve van een huurder die op de bank zijn roes uitsliep, terwijl de buren dachten … en de politie dwars door de deur liep om hulp te verlenen. Deze schades zijn meestal verhaalbaar, op de burgemeester, op de politie of op de huurder. In Rotterdam ging het specifiek om schade als gevolg van rechtmatig strafvorderlijk optreden. De meeste verhuurders hebben dat steeds gezien als een schade die in het algemeen belang is gemaakt en die eveneens uit de algemene middelen moet worden vergoed. Door de Staat dus. Indachtig het beginsel ‘égalité devant les charges publiques’. In deze zaak gaven de kantonrechter en het gerechtshof de verhuurder gelijk. Maar … de Staat stelde cassatieberoep in! Welnu, op 27 oktober 2017 besliste de Hoge Raad dat de Staat moet dokken!Wellicht heeft u enigszins actuele schadekwesties? Zullen we zeggen minder dan 5 jaar oud? Ik adviseer u die opnieuw in te dienen met verwijzing naar dit arrest! Het ging om het arrest Gerechtshof Den Haag 23 februari: ECLI:NL:GHDHA:2016:294.Het arrest van de Hoge Raad vindt u hier: ECLI:NL:HR:2017:2789.Deze beslissing van de Hoge Raad volgde het zeer lezenswaardige advies van Procureur-Generaal Langemeijer, zie: ECLI:NL:PHR:2017:478. Piet van der Sandendocent Huurrecht Kjenning
Lees meer20 januari 2018 -
Management
Verwaarloosde tuinen Bemoeien of laten
Onlangs besloot corporatie Ieder1 om iets te doen aan de verwaarloosde tuinen in een straat. Ze stuurden een brief naar de bewoners, inclusief een bijlage met foto’s van 12 tuintjes die niet door de beugel konden. De reacties van de bewoners logen er niet om: “Schandpaal! Stasi-praktijken! Zou die medewerker in camouflagekleding in de bosjes hebben gelegen?” De pers dook erop, er verscheen een artikel met de kop: Tuintjespolitie brengt straat Deventer in rep en roer. En ook de Woonbond mocht een duit in het zakje doen: Die noemt de brief bevoogdend. “Bovendien heeft dit meer weg van naming en shaming. Mensen voelen zich op deze manier te kijk gezet. Persoonlijk aanspreken of een persoonlijke brief was beter geweest.” De discussie verschuift Wat opvalt is dat de discussie niet gaat over de tuinen en het gedrag van de bewoners, maar verschuift naar de corporatie. Die had dat niet op die manier mogen doen, volgens bewoners en de Woonbond. Een ander opvallend punt is dat de Woonbond, maar ook de corporatie aangeeft dat strakke richtlijnen over hoe een tuin eruit moet zien, niet zijn te geven. Betutteling Dat instanties en professionals zich bemoeien met het leven van burgers wordt moeilijk geaccepteerd. De professional die het waagt om in het algemeen belang huurders of burgers aan te sporen tot ander gedrag begeeft zich in een waar mijnenveld. De woorden betutteling, bemoeizucht en bevoogding vallen snel. Dat is niet alleen in corporatieland het geval. Ook scholen, die het wagen zich te bemoeien met de inhoud van het lunchtrommeltje van leerlingen, krijgen de hoon van burgers en de pers over zich heen. En ook de gemeente Altena, die wil stimuleren dat tuinen vergroenen, krijgt de volle laag. Waarom eigenlijk? Is het eigenlijk wel nodig dat instanties, zoals woningcorporaties, zich bemoeien met het leven van huurders? Kunnen we dat niet gewoon achterwege laten en ervan uit gaan dat mensen zelf mogen weten hoe ze wonen? En dat als er spanningen of irritaties zijn dat zelfredzame huurders hier zelf onderling wel uit zullen komen? In het geval van corporaties zijn er drie argumenten die ervoor pleiten om zich toch te bemoeien met het woongedrag van de huurders: 1) Juridisch De wetgever gaat niet uit van vrijheid blijheid en legt duidelijke spelregels voor prettig wonen vast. Op de eerste plaats hebben verhuurders een verplichting om op te treden tegen huurders die overlast veroorzaken. In die gevallen is de corporatie dus verplicht om op te treden. Daarnaast staan er in het huurrecht en ook de huurovereenkomst allerlei richtlijnen en verplichtingen voor de huurder. Zo moet de huurder de huur betalen, de woning netjes bewonen en onderhouden, de tuin onderhouden, gemeenschappelijke ruimten leeg en schoonhouden en dergelijke. 2) Prettig wonen Iedereen is gebaat bij een leefbare buurt waar het prettig wonen is. Dit is uiteraard voor de huurders een goede zaak. Voor de verhuurder zijn de baten een goede verhuurbaarheid en lage beheerkosten. Ook maatschappelijk is het van belang dat ook mensen die zijn aangewezen op een sociale huurwoning, kunnen rekenen op een fijne en veilige plek. Op veel plekken wonen huurders die er prima in slagen om samen prettig te wonen. Maar er zijn ook buurten en complexen waar verloedering dreigt. 3) Kosten van verloedering voorkomen Corporaties zijn maatschappelijke organisaties die doelmatig om moeten gaan met hun middelen. In een prettige, schone en veilige omgeving gedragen mensen zich veel socialer en zijn er minder vernielingen en ongewenst gedrag. Het omgekeerde is ook waar. In een verloederde omgeving gaat het snel van kwaad tot erger. Overlast, schades en leegstand liggen dan op de loer. De rekening van verloedering komt vrijwel altijd bij de corporatie terecht. Denk aan intensiever beheer, herstel van schades, opknappen van uitgewoonde woningen, leefbaarheidsprojecten en voortijdige herstructurering. Deze kosten gaan direct ten laste van de mogelijkheden om te investeren in nieuwbouw en duurzaamheid. Het voorkomen ervan dient dus een algemeen belang. Voorlichting en bewustwording Wat kunnen we nu leren van de casus in Deventer? Er vallen twee zaken op: Op de eerste plaats dat het bemoeien met de individuele levenssfeer als bevoogdend wordt ervaren. Dat geldt ook voor cases van de school en de gemeente. De intentie van de instanties is echter niet om burgers of huurders te pesten, maar om een algemeen belang te dienen. Die boodschap komt blijkbaar niet over. Een ander punt dat opvalt is dat het lijkt alsof de brief van de corporatie voor de huurders uit de lucht komt vallen. Ze lijken zich ook van geen kwaad bewust. Zowel de huurders, de Woonbond als de corporatie kunnen niet aangeven wat de richtlijnen zijn voor een goed onderhouden tuin. Dat is wonderlijk. In het huurrecht (besluit kleine herstellingen, punt l.) staan zeer duidelijke richtlijnen. Een tuin dient verzorgde indruk te maken, wat in elk geval betekent dat gras regelmatig gemaaid moet worden, onkruid verwijderd, dode beplanting vervangen en zo gaat nog even door. Blijkbaar is dit bij zowel de professionals als de huurders niet bekend en zijn de huurders niet eerder aangesproken op het tuinonderhoud. De belangrijkste tip is daarom om meer aan bewustwording en voorlichting te doen. Wat is eigenlijk het effect van een paar verwaarloosde tuinen op de leefbaarheid in de buurt? Waarom is het belangrijk om portieken en galerijen leeg en schoon te houden? Daarbij is het ook belangrijk om te wijzen op de regels en taken van de huurder. Die zijn duidelijk omschreven in het huurcontract en het besluit kleine herstellingen. De verhuurder heeft ook de nodige verplichtingen en taken. Hierbij hoort wat mij betreft zeker ook het regelmatig herinneren aan de verantwoordelijkheden van huurders bij prettig wonen en het aanspreken op ongewenst woongedrag. Meer leren én zelf aan de slag? In de trainingen Modern Sociaal Beheer en de Leergang Woonconsulent leer je alles over het beïnvloeden van sociaal gedrag, wet en regelgeving, voorlichting, aanspreken en handhaven. En om tot een objectieve meting van grijs en groen te komen staat tijdens de opleiding Beheer en onderhoud van grijs en groen de methode “beeldgericht werken” centraal. Kenmerkend is het gebruik van beelden/foto’s en nieuwe meetmethoden om de kwaliteit objectief te beschrijven en te meten. Harry Vlaar Trainer Modern Sociaal Beheer en Leergang Woonconsulent
Lees meer12 oktober 2017 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Overstijgend mee kunnen denken is belangrijk
Kennis en kunde van medewerkers blijven ontwikkelen is belangrijk. Dus volgden negen medewerkers van Acantus de Leergang Woonconsulent. Samen met een andere woningcorporatie. “Dat was echt een plus”, aldus Antje Noorda, regiomanager Oldambt bij Acantus. Waarom deze leergang? “Wij zitten in een P&O-netwerk met andere corporaties in het noorden van het land. We delen informatie en wisselen ervaringen uit. Op een dag kreeg P&O een mailtje van een collega-corporatie dat zij het voor hen op maat gemaakte traject Leergang Woonconsulent ingingen. Dat is hier de organisatie ‘in geslingerd’ met de vraag: is dit wat voor ons? Dat hebben we intern voorgelegd aan de woonconsulenten. De meesten werken hier al jaren en weten veel van de materie, maar het is altijd goed om opgefrist te worden. We zijn ingestapt en hebben het traject samen met die andere corporatie gevolgd.” Iedereen riep: ja, ik wil? “Er hebben acht woonconsulenten meegedaan, vijf ervaren en drie relatief nieuwe medewerkers. Daarnaast heeft ook een administratief medewerker zich aangemeld. De een was op voorhand wat enthousiaster dan de ander. Het was namelijk niet zo van: ik ga een dagje naar een training en verder hoef ik niets te doen. Het waren acht dagen en daarnaast moest er nog huiswerk worden gemaakt. Timemanagement, huurrecht, communicatie, sociale problematiek als overlast en wanbewoning, passend toewijzen, alles kwam aan bod. Dus er moest veel (vrije) tijd in geïnvesteerd worden. Daarnaast is het een traject op hbo-niveau en sommigen twijfelden of ze konden aanhaken. Onterecht, want iedereen is geslaagd!” Een traject volgen met een collega-corporatie, is dat wat? “Jazeker is dat wat. De woonconsulenten hier zijn sowieso blij dat ze het gedaan hebben. Het traject heeft bevestigd dat ze al veel weten, maar ze hebben hun kennis ook vergroot – met name op het gebied van Huurrecht, de nieuwe ontwikkelingen vanuit de Woningwet – en zijn nu in staat om op hbo-niveau te werken. Dat is wat wij als organisatie ook willen, dat de woonconsulenten overstijgend kunnen meedenken. Dat we dit hebben gedaan samen met een andere woningcorporatie heeft toegevoegde waarde. Anders blijft alles zo binnen je eigen ‘club’. De ene organisatie gaat met sommige zaken anders om dan de andere. Maar ook de overeenkomsten en dezelfde ervaringen kun je delen en erover discussiëren. Dat is echt een plus.” Maatwerk is samen-werken Acantus heeft de leergang samen met collega-corporaties en Kjenning opgepakt. De leergang is waar mogelijk aangepast aan de eigen situatie en context en in de leergang hebben de deelnemers gewerkt aan de eigen persoonlijke ontwikkeldoelen. Ook een ontwikkelvraagstuk? Neem contact op met onze opleidingsadviseurs. Samen zoeken we de best passende oplossing, passend bij uw vraagstuk en uw situatie.
Lees meer28 april 2017 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Invloed uitoefenen; de kracht van lichaamstaal
Met veel plezier verzorg ik al vele jaren de training Invloed uitoefenen: begin bij uzelf. Een van de veelvoorkomende leerwensen bij iedere cursus is: “ik wil assertiever worden en opkomen voor mezelf en mijn mening.” Meestal willen die deelnemers bij een bepaald type mensen vooral assertiever acteren. Dat “type mensen” is meestal bij iedereen weer verschillend. Wat vaak voorkomt is dat mensen zich onzeker voelen bij meer dominante of autoritaire mensen of bij mensen met meer macht en aanzien zoals bijvoorbeeld hun eigen leidinggevende of de directeur. Huh? Met lichaamstaal? Groot is de verbazing dat het dan niet perse nodig is dat je goed uit je woorden kunt komen, of dat je zelf heel dominant moet worden. Het is voor bijna iedereen in de training een eye-opener dat je alleen al met lichaamstaal veel kunt bereiken. In de training doen we dan ook verschillende oefeningen met lichaamstaal. Ik vraag bijvoorbeeld dan aan de deelnemers om een onzekere houding aan te nemen. De meeste mensen zakken dan iets in elkaar, kijken weg of naar de grond, laten de adem stokken, staan op een been te wiebelen en soms bewegen ze met hun vingers en zijn de kaken gespannen. Ga maar eens zo staan, wat voel je dan? Juist, je voelt je alleen al door deze houding aan te nemen onzeker worden. Vervolgens nodig ik ze uit om rechtop te staan, ontspannen in de knieen, rustig ademend naar de buik, voeten iets uit elkaar, blik open en vriendelijk, recht naar voren, schouders ontspannen, handen ontspannen naast het lichaam. Ga ook maar eens zo staan, wat voel je dan? Sommige mensen zeggen dan: onwennig. Ja dat klopt, zeg ik dan, omdat je het niet gewend bent. Anderen zijn verbaasd en zeggen: ik voel me nu rustig en ontspannen. En dat is een kant van de kracht van lichaamstaal. Het heeft niet alleen effect op het gesprek met anderen maar ook op hoe zeker of onzeker jij je voelt. Het is een natuurwet… Daarnaast werkt lichaamstaal feilloos op de gesprekspartner. Als jouw lichaamstaal onzekerheid uitstraalt dan zal jouw gesprekspartner zich vaak alleen maar zekerder voelen en dat ook uitstralen. Met als gevolg dat jij je weer onzekerder voelt etc. etc. Dat is een natuurwet. In de training Invloed uitoefenen: begin bij uzelf leer je om niet die natuurwet te volgen maar om bewust je gedrag te kiezen waardoor jij de invloed krijgt op de situatie die jij wilt. Met de oefeningen met de acteur wordt het daarna nóg echter en leren deelnemers hoe ze in een gesprek waar ze zich normaalgesproken onzeker in voelen, zekerder en ontspannener kunnen voelen. Door het zo ‘levensecht’ te oefenen in een veilige omgeving zul je je een volgende keer dat je weer tegen zo’n gesprek op ziet in staat zijn om hier ontspannen en met meer zekerheid mee om te gaan. Waardoor je in staat bent om te zeggen: “ik wil en kan mijn invloed uitoefenen!” Wendy DerksenTrainer Invloed uitoefenen: begin bij uzelf
Lees meer17 maart 2017 -
Vastgoed, Onderhoud & Beheer
“Regelmatig ontstaat er gedonder tussen aannemer en corporatie”
Wie is wanneer aansprakelijk wanneer er iets misgaat bij bouw, verbouw of renovatie? De aannemer, architect, corporatie, of nog weer een andere partij? Regelmatig trekken corporaties aan het kortste eind, aldus Jur Deckers, advocaat bij stichting Accolade en gespecialiseerd in bouw- en huurrecht. “Het is van essentieel belang om de kennis van de corporatieprofessional op dit gebied te vergroten.” Gaat er vaak wat mis? “Woningcorporaties beheren, verbouwen, bouwen en renoveren woningen. Daarvoor sluiten ze overeenkomsten met externe partijen als aannemers en adviseurs. In die overeenkomsten staat welke partij wat gaat doen en wanneer en hoe zij dat gaat doen. Gaat er iets mis, en helaas gebeurt dat nog wel eens, dan ontstaat er regelmatig gedonder tussen de verschillende partijen.” Geef eens voorbeelden “Dat is best wel lastig. Kijk, als er een balkon afbreekt dan komt het in de media en weten we ervan, maar meestal worden zaken onderling opgelost. Denk bijvoorbeeld aan extra werk, welke partij betaalt dat dan? De aannemer of de corporatie? Vaak worden dit soort conflicten onderling geschikt en komt het erop neer dat ieder de helft betaalt.” Maar er zijn toch uniforme algemene voorwaarden? “Jazeker, maar die UAV is oorspronkelijk opgesteld in 1968 – dus niet meer van deze tijd – en die zijn in 1989 en 2012 nauwelijks aangepast. Deze voorwaarden zijn op vele punten opdrachtgeveronvriendelijk en aannemersvriendelijk. Corporaties trekken daardoor bij conflicten dan ook bijna altijd aan het kortste eind. Stel, een woningcorporatie, aannemer, architect en constructeur gaan samen in zee om een nieuw gebouw neer te zetten. Dat gebouw stort in omdat de constructeur een foutje heeft gemaakt. Schadepost: 10 miljoen euro. Daar kan een corporatie misschien 1 miljoen van verhalen op de constructeur. Naar die andere 9 miljoen kunnen ze fluiten.” Ik zeg: andere voorwaarden! “Tegenwoordig wordt er steeds meer gewerkt met design& build-contracten. Dat is mooi, maar daarnaast is het natuurlijk van groot belang dat de kennis van de corporatieprofessional op dit vlak wordt vergroot. Die moet weten welk contract het best past bij een bepaald project.” Want? “Laat je bijvoorbeeld kozijnen vervangen dan hoef je daar geen overeenkomst van 30 pagina’s voor op te stellen. Maar gaat het om het bouwen van een omvangrijk woningbouwcomplex dan ziet een contract er toch echt anders uit. Het gaat erom kennis hierover tussen de oren van de corporatieprofessional te krijgen, veelal mensen zonder een juridische achtergrond die hier wel mee te maken hebben. Tot voor kort waren voor deze doelgroep nagenoeg geen opleidingen, dus de Bouwrecht Academie kan hier een rol in spelen en voorzien in een grote behoefte. Op een praktische, laagdrempelige manier waarbij cursisten onderling ervaringen kunnen uitwisselen. Dan hoeft niet iedere corporatie het wiel opnieuw uit te vinden.”
Lees meer12 november 2016 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Een thuis? Dat vraagt om woonvaardigheden!
Op een station in het noorden van het land zie ik ze zitten op een bankje. Een moeder, vader en drie jonge kinderen. Niets bijzonders zou je zeggen. Ik raak met hen in gesprek. Al snel blijkt dat ze op de vlucht voor het geweld zijn. De afgelopen maanden zijn ze van de ene plaats naar de andere gegaan. Het enige wat hen deed denken aan thuis waren de herinneringen en de spullen die ze met zich meenemen in de drie koffers. Ze vertellen mij dat het voor hen een speciale dag is. In gebrekkig Engels, maken ze mij duidelijk dat ze vandaag de sleutels van hun nieuwe woning, in een klein dorp in Groningen in ontvangst mogen nemen. Naast de blijdschap is er ook onzekerheid. Worden ze geaccepteerd in hun nieuwe woonomgeving? Lukt het hen een toekomst voor zichzelf en hun kinderen op te bouwen? Wat wordt er van hen verwacht? Hoe regelen ze de praktische zaken? Allemaal vragen die onzekerheid en spanning oproepen. Maar gelukkig overheerst vooralsnog de blijdschap eindelijk weer een (t)huis! We nemen afscheid, de trein vertrekt naar een voor hen nieuw bestaan. Een (t)huis is een van de belangrijkste zaken in het leven van mensen. Want wonen is veel meer dan alleen een huis, een dak boven je hoofd. Wonen is het zorgen voor jezelf, het zorgen voor je financiën, het onderhouden van je woning en tuin, het omgaan met buren, het hebben van een dagbesteding, je veilig voelen in je eigen plekje. Het is je Thuis! Dat vraagt om woonvaardigheden!Wonen vraagt om vaardigheden in de breedste zin van het woord. Maar het wonen in Nederland vraagt andere vaardigheden van je dan bijv. in Eritrea of Syrië. Wat weet u eigenlijk over hoe mensen leven en wonen in de landen waar de meeste statushouders vandaan komen? Ca. 80% van de mensen in Eritrea kan niet lezen en schrijven. Mensen daar durven niet open te zijn en vertrouwen niemand omwille van het regime. Grote groepen mensen wonen in woningen van klei, van huurtoeslag is geen sprake en sociale huurwoningen bestaan niet. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Vergelijk dat eens met het wonen hier in Nederland. Geen woningen van klei, maar bakstenen rijtjeswoningen met keurige voor- en achtertuinen, huurtoeslag moet digitaal worden aangevraagd, afval moet in een ondergrondse container worden gegooid, om maar niet te spreken over alle andere regels en procedures die er in Nederland gelden. Kortom het wonen in Nederland vraagt nogal wat “woonvaardigheden” van je. Woonproblemen met statushoudersCorporaties geven aan dat zij de laatste jaren in toenemende mate geconfronteerd worden met woonproblemen van statushouders. Te denken valt aan huurachterstand, verloedering, onderhoud van woning en tuin, vereenzaming en helaas soms ook overlast. Medewerkers van corporaties komen veelal als enige instantie achter de voordeur en signaleren deze problemen. Maar alleen signaleren is niet voldoende. Hoewel de gemeente de regie heeft voor het huisvesten en de begeleiding van statushouders komt het in de praktijk toch veelal op corporaties neer. Zij worden immers met de problemen geconfronteerd en van hen wordt de oplossing verwacht. Actie!Maar hoe speel je daarop in als corporatiemedewerker, met wie werk je samen, houd je rekening met culturele aspecten of juist niet, kun je de gemeente aanspreken op hun verantwoordelijkheid, hoe ga je om met weerstand van buurtbewoners, hoe ga je om met eisen van statushouders en mag je aanvullende voorwaarden stellen. In de ééndaagse training Statushouders; een bijzondere doelgroep? staat de woonbegeleiding van Statushouders centraal. Hoe is dit georganiseerd? Wat kan de corporatie verwachten van andere partijen, zoals de gemeente of vluchtelingenwerk? U hoort u van een specialist van Vluchtelingenwerk hoe verschillende zaken zijn geregeld en wat u wel en niet van andere partijen kunt verwachten. En hoe ervaart een nieuwkomer het wonen in Nederland eigenlijk? Uiteraard is er ruimte voor uw eigen vraagstukken en uitwisselen van praktijkervaringen. U gaat naar huis met een praktisch stappenplan waarmee u in uw praktijk de woonbegeleiding van deze nieuwe huurders kunt verbeteren. Francis Staathof, docent Kjenning
Lees meer27 oktober 2016