Inhoud
De Overlegwet geldt voor alle corporaties en voor alle particuliere verhuurders met meer dan 24 woningen. Deze wet heeft grote en directe gevolgen voor de bedrijfsvoering van al deze verhuurders. Het inwerking treden van de Woningwet 2015 doet daar nog een schepje bovenop, ook voor particuliere verhuurders. Want via deze wetgeving is ook de Overlegwet aangescherpt!
Zo kan een huurdersorganisatie een of meer deskundigen inschakelen voor informatie, om schriftelijk advies uit te brengen, of bij overleg. Ook moet de verhuurder het bestuur van de huurdersorganisatie gelegenheid (en budget) bieden voor scholing en vorming. Omgekeerd moet de huurdersorganisatie binnen twee maanden na afloop van elk jaar aan de verhuurder verantwoording afleggen over de besteding van hun budget.
Voor woningcorporaties gelden nog extra wijzigingen zoals het recht op ‘passend toewijzen’, recht op het houden van een huurdersraadpleging en het recht op de bindende voordracht voor tenminste 1/3 (doch geen meerderheid) van RvT/RvC leden. Huurdersparticipatie is met deze wetgeving dus een serieuze zaak!
Voor effectief bewonersoverleg is communicatie met een representatieve en meedenkende bewonersvertegenwoordiging essentieel. Jongeren en allochtonen zijn doorgaans niet vertegenwoordigd. Soms zijn de huurdersorganisatie en/of bewonerscommissie geen afspiegeling van de huurders. Veel huurders willen wel meedenken, maar niet in een formele setting.
Tijdens deze cursus gaat u aan de hand van wetgeving, jurisprudentie én best practices uit de praktijk, op de huurdersparticipatie in theorie en praktijk.
Ook aan de slag met bewonersparticipatie?
Volg dan aansluitend de training Bewonersparticipatie: modern, effectief en divers
Programma
- Huurdersparticipatie in Overlegwet en Woningwet
- Rechten en plichten van verhuurders, huurders, bewonerscommissies en huurdersorganisaties
- Het reglement bewonerscommissie en de Overlegwet-overeenkomst met de huurdersorganisatie
- Jurisprudentie over deze overleg- en onderhandelpraktijken
- Overlegwet en huurrecht